Een reis naar Mocha
Mocha (Al-Mokha of Al-Mukha) is een havenstad in Yemen aan de Rode Zee, beroemd om de koffiesoort Mocha die naar de stad is vernoemd. Mocha werd gesticht in de 14e eeuw. Van de 15e tot in de 18e eeuw was het de belangrijkste handelsplaats voor koffie in de wereld.
Tot op de dag van vandaag staan de Mocha koffiebonen nog bekend om hun sterke, cacao-achtige, smaak. De Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) had gedurende een aantal jaren in de 17e en de 18e eeuw een factorij in Mocha. Ook de Britten, Fransen en Denen hadden handelsposten in dese stad. (zie Plan de Ville de Moka hiernaast)
De stad maakte deel uit van het Ottomaanse Rijk tot het in 1636 een onafhankelijke staat werd. Die situatie duurde tot 1849 toen de Turken de stad weer in handen kregen. In 1918 werd Yemen een zelfstandig koninkrijk.
Mocha had het monopolie op de koffiehandel tot de VOC eind 17e eeuw enkele koffieplantjes uit Yemen smokkelde en koffie begon te kweken op Java. Met de opkomst van de koffieplantages in Azië en Zuid-Amerika begon de neergang van de stad. In 1839 verplaatsten de Britten hun regionale hoofdkwartier van Mocha naar Aden, een voorbeeld dat werd gevolgd door andere Europese naties.
Tot de 19e eeuw diende Mocha als haven van Sanaa, de hoofdstad. Vandaag de dag is Mocha een onbeduidende haven, en is Aden de belangrijkste havenstad in Yemen.
François Valentijn (1666-1727) schreef begin 18e eeuw over alle gebieden waar Nederlanders actief waren. Valentijn was predikant op Ambon en Banda.
Op basis van de kennis die hij tijdens de reizen van en naar Indië, tijdens zijn verblijf in Indië en nadien had opgedaan, heeft hij zijn magnum opus geschreven: Oud en Nieuw Oost-Indiën.
Hij gebruikte daar bij ook de publicaties van de chirurgijns Wouter Schouten[1] en Nicolaas de Graaff[2], onuitgegeven documenten van de Compagnie, manuscripten van Rumphius[3] en informatie van Willem Adriaan van der Stel[4].
Dit werk bestaat uit vijf delen met in totaal 5.144 bladzijden en 1.050 illustraties en geeft een vrij gedetailleerd overzicht van de geschiedenis en de activiteiten van de VOC. Hij schreef dus over alle gebieden waar de Nederlanders handel dreven, maar eilanden en kusten staan op de voorgrond. Het bevat allerlei geografische, historische, juridische, politieke, en botanische beschrijvingen.
Over Mocha vinden we het een en ander in Deel V, Hoofdstuk 4, pagina’s 180-198 onder de titel ‘Van MOCHA, en ons Comptoir[5] aldaar’.
[1] Wouter Schouten (1638-1704) Oost-Indische voyagie, 1e druk 1676, 2e druk 1708
[2] Nicolaus de Graaff (1619-1688) Reisen van Nicolaus de Graaff, 1e druk 1701, 2e druk 1704
[3] Georg Everard Rumphius (1627-1702): diverse publicaties over de flora en fauna van Ambon e.o.
[4] Willem Adriaan van der Stel (1664-1733): heeft geen betrekking tot Mocha
[5] Comptoir: kantoor, vestiging, factorij